Bevat Video: Video
Ankeiler: Amper een paar jaar terug begon het als een idee op een bierviltje en nu heeft initiatiefnemer Pieter Mans het samen met z'n partners voor elkaar: de eerste lokale brandstofketen waarbij de rioolwaterzuivering in Renkum energie levert aan een bouwplaats in de regio.

- Amper een paar jaar terug begon het als een idee op een bierviltje en nu heeft initiatiefnemer Pieter Mans het samen met z'n partners voor elkaar: de eerste lokale brandstofketen waarbij de rioolwaterzuivering in Renkum energie levert aan een bouwplaats in de regio. En die energie wekken ze eigenlijk al op bij ons op de wc.

Je kent ze wel; van die ronkende dieselaggregaten die op een bouwplaats de hele dag staan te pruttelen om bijvoorbeeld de bouwkeet van stroom te voorzien. Dat kost op jaarbasis miljoenen liters aan diesel. En dan heb je het nog niet eens over de uitstoot van CO2, stikstofoxiden en fijnstof. Dat moet anders, weten ze ook in de bouw, waar ook al gebruik wordt gemaakt van aggregaten op zonne-energie.

Maar Pieter Mans, directeur van Gashouders, zag nog een mogelijkheid. Hij en twee partners hadden een goede baan, maar besloten die op te zeggen en naar het Waterschap Vallei en Veluwe te stappen. "We hebben een plan met het overtollige biogas dat bij de rioolwaterzuivering in Renkum wordt geproduceerd", was de boodschap. Sinds die eerste pitch is het snel gegaan. "Toen hadden we die keuze gemaakt en kwam opeens Remkes met z'n verhaal over stikstof, dat heeft wel een zetje in de rug gegeven", zegt Mans daarover.

Het bedrijf heeft een methode ontwikkeld om overtollig biogas van de rioolwaterzuivering te comprimeren in een gasfles. De methode is uniek in de wereld. Het biogas wordt gemaakt door bacteriën die poep eten. Het gas wordt op de bouwplaats vervolgens omgezet in elektriciteit. Hierbij komt nauwelijks stikstof vrij.

Maar hoe ziet die lokale brandstofketen er eigenlijk uit? Daarbij moeten we even naar de basis en die begint eigenlijk al als we onze wc doorspoelen. Doe je dat in de omgeving van Renkum dan komt dat water uiteindelijk via het riool in de zuiveringsinstallatie van het waterschap terecht. Het rioolwater wordt daar niet alleen gezuiverd, maar uit het slib dat overblijft produceren ze jaarlijks al 750.000 kubieke meter biogas dat weer wordt omgezet in elektriciteit en warmte. Het overtollige biogas, fakkelen ze af. Een proces waarbij veel CO2 vrijkomt. Door precies dat overtollige biogas op te vangen, kan het bij lokale bouwplaatsen in de buurt ingezet worden om een speciaal ontwikkeld aggregaat van brandstof te voorzien en elektrisch materieel te laden.

In de bouw zijn ze blij met oplossingen om de uitstoot van bijvoorbeeld fijnstof en stikstof te verminderen. Uiteraard ook zodat ze wel door kunnen blijven bouwen, want er liggen nog veel projecten stil vanwege de stikstofcrisis. "Ook bij ons ligt veel stil", beaamt Gerard van der Veer, van aannemer GMB uit Opheusden. "Voor veel projecten hadden we al wel een vergunning, maar voor nieuwe projecten krijgen we die vergunning niet als we teveel stikstof uitstoten. Samen met de opgave om in bewoonde omgeving de fijnstofuitstoot te beperken maakt dat we op de bouwplaats dus oplossingen moeten verzinnen."

Bekijk de video. De tekst gaat eronder verder.

Oplossing voor stikstofprobleem

"Om binnen die uitstootnorm te blijven moeten we op de bouwplaats dus oplossingen verzinnen. Dan zetten we er bijvoorbeeld een elektrische kraan neer." Het benutten van overtollig biogas op de bouwplaats kan daarbij dus weer een nieuw instrument worden om die milieuwinst te behalen. De aannemer werkt nu mee aan de pilot, maar Van der Veer hoopt dat er op andere plekken in Nederland ook lokale ketens ontstaan. "Maar in de civiele bouw is iedereen nog wel een beetje conservatief", tempert hij een te rooskleurig toekomstbeeld.

Tijdens de duur van de pilot, die in mei is begonnen en loopt tot aan 2023, zullen wetenschappers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) onderzoek doen naar de milieu-impact van het project. De eerste resultaten zijn veelbelovend: "De emissiemetingen laten zien dat de stikstofoxiden veel lager zijn dan die volgens de wet vereist zijn. En er is potentie voor nog verdere verbetering", aldus Bram Veenhuizen, lector bij de HAN.