Afdrukken
Bevat Video: Video
Ankeiler: Een eigentijdse versie van het beroemde werk Lam Gods van de broers Hubert en Jan van Eyck is vanaf dinsdag te zien in de koepel van Museum Arnhem.

- Een eigentijdse versie van het beroemde werk Lam Gods van de broers Hubert en Jan van Eyck is vanaf dinsdag te zien in de koepel van Museum Arnhem. De Arnhemse kunstenaar Merel Jansen zette de religieuze afbeeldingen uit de vijftiende eeuw op bijzondere wijze naar haar hand.

Merel woonde een poosje bijna naast het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal in Gent. "Daar ging ik heel vaak naar kijken."

Maar de echte inspiratie kwam toen Merel alweer in Arnhem woonde. "Ik was toen op vakantie in Oostende en zag een man om 10.00 uur 's ochtends bier drinken op de boulevard. Die was helemaal in de olie. Achter hem stond de omlijsting van het Lam Gods in het strand. Toen dacht ik: dat moet zo zijn. Dit is mijn God van het Lam Gods."

Moderne versie

En dat was de start van het werk dat uiteindelijk 3,5 bij 6 meter beslaat. Het origineel is 'superchristelijk', ziet Merel. "Ik dacht: ik maak een nieuwe, moderne versie." Bepaalde elementen wilde Merel wel terug laten komen. Zo is het blik bier van 'haar God' vervangen door twee vingers die naar de hemel wijzen zoals de God op het oorspronkelijke werk doet. "Ik vind eigenlijk dat iedereen een soort heilige is en een standbeeld of troon verdient. We zijn allemaal goden. We zijn allemaal belangrijk. We doen allemaal mee in het geheel."

'Provocerend? Dat mag'

Merel kan zich wel voorstellen dat mensen een Belg met een bierbuik als beeltenis van God wat heftig vinden. "Dat vind ik juist wel mooi. Geen enkele kijk op mijn schilderij is verkeerd. Dat is helemaal aan de mensen zelf, of zij God daar nu wel of niet in zien. En als dat provocerend is, dan mag dat er ook zijn."

Dat er op haar schilderij bijvoorbeeld verschillende zwarte mensen te vinden zijn die je op het originele doek niet terugziet, is volgens Merel niet per se een bewuste keuze. "Als ik iemand mooi vindt of het lijkt me lekker om die te schilderen, dan ga ik daar voor. Welke kleur ze ook hebben. Dat is wel bewust, maar ik kies ze niet uit omdat het een grote variatie aan mensen moet zijn."

Merel vermoedt dat het straatbeeld van nu sowieso anders is dan in de tijd dat de broers Van Eyck schilderden. "Hoewel je ziet dat onderaan dat schilderij allemaal volkeren naar Jezus Christus toe komen. Dat zijn allerlei mensen van allerlei geloven. Je ziet zelfs zwervers die echt de dreadlocks in hun baard hebben. Ik denk dat het voor die tijd dus al best wel een inclusief beeld was."

'Kerkelijke kunst wil overrulen'

Als Merel vroeger zelf wel eens in een kerk kwam, wilde ze eigenlijk meteen weer naar buiten. "Ik zag daar best wel heftige beelden van bijvoorbeeld Jezus die aan het lijden is, en bloed en verdriet." Daarop terugkijkend denkt Merel dat kerkelijke kunst ook wil overrulen. "Het wil jou ook iets vertellen van: wij zijn de machtige en jij bent maar klein." Misschien is dat laatste ook wel zo, reflecteert Merel. "Maar ik denk dat je mensen toch altijd het gevoel moet geven dat ze bij wijze van spreken ook een soort God of heilige kunnen zijn."

Met haar werk hoopt Merel museumbezoekers dan ook het gevoel te geven dat 'jij en ik daar ook tussen hadden kunnen staan'. "Dat het niet is weggelegd voor the happy few, of voor mensen die rijk zijn of hoger staan. Want dat hoog of laag, daar geloof ik niet in."

Deel dit artikel