Bevat Video: Video
Ankeiler: Media, social media en groepsdruk kunnen een rol hebben gespeeld in het ontstaan van de pedojaaghype die ontstond in de maanden voorafgaand aan de gewelddadige dood van de 73-jarige Jan in het Arnhemse Spijkerkwartier.

- Media, social media en groepsdruk kunnen een rol hebben gespeeld in het ontstaan van de pedojaaghype die ontstond in de maanden voorafgaand aan de gewelddadige dood van de 73-jarige Jan in het Arnhemse Spijkerkwartier. Dat stelt hoogleraar ontwikkelingspsychologie Toon Cillessen van de Radboud Universiteit. Ook vraagt hij zich af in hoeverre dat gedrag de vaak jonge daders kan worden aangerekend.

Met name in Oost-Nederland was het pedojagen een grote hype in de tijd van de dood van Jan, vorig jaar oktober. Het gaat daarbij vaak om groepen jongens of jonge mannen die hun slachtoffers meestal via chatsites proberen uit te lokken om naar een plek toe te komen waar ze seks denken te gaan hebben met een minderjarige.

Daar aangekomen worden ze door de groep opgewacht die de vermeende pedofielen publiekelijk aan de schandpaal nagelt, bijvoorbeeld door filmpjes op social media te plaatsen. Regelmatig komt daar ook geweld bij kijken. In het geval van Jan zelfs met de dood tot gevolg. Dinsdag volgt de uitspraak tegen de grotendeels minderjarige verdachten in die zaak.

Zie ook: Tot anderhalf jaar cel geëist in 'pedojaagzaak' doodgeslagen Jan

Bekijk de video. De tekst gaat daaronder verder.

Wat maakt dat een fenomeen als pedojagen ineens een hype kan worden?
De relaties met leeftijdgenoten is een belangrijke factor, legt Cillessen uit. "Jongeren, vooral jongens, doen dit in groepen. Het is gedrag dat je doet om populair of stoer te zijn in de ogen van je groep. Waarmee je kunt laten zien dat jij iets durft. Het gaat om groepsdruk: wat doe je om status te verwerven? Dat hoort ook erg bij die leeftijd."

Het gedrag van de jongeren die op 'pedojacht' gaan, komt niet in de eerste plaats omdat ze bezorgd zijn over pedofielen in de samenleving, denkt Cillessen. "Ze zoeken de grenzen van gedrag op en willen zich in de groep bewijzen naar elkaar. Hetzelfde kan gelden voor drugsgebruik, overmatig drinken of supporters van een andere voetbalclub in elkaar slaan."

Ook de aandacht in de media kan een versterkende rol spelen, meent Cillessen. "Die verhoogt natuurlijk het aanzien van het gedrag als je kunt laten zien dat je daarmee in het nieuws bent gekomen."

Vervolgens wijst de hoogleraar naar de social media om anderen aan te zetten hetzelfde te gaan doen. "Een hype verspreidt zich via die interacties. Op social media beïnvloeden jongeren elkaar. Ze zien het gedrag van elkaar en zitten in netwerken die wij niet kennen. Dat leidt tot kopieergedrag."

Welke verantwoordelijkheid vindt u dat media in dit soort situaties hebben?
"Nieuws is nieuws", erkent Cillessen. "Daar moet objectief over gerapporteerd worden. Je ziet wel dat de politie zich in dergelijke situaties bij crimineel gedrag regelmatig zorgen maakt over het copycat-fenomeen." Aandacht geven aan het thema of, zoals nu, het gesprek erover aangaan is wel 'heel belangrijk', meent Cillessen.

Je kunt het ook omdraaien door bijvoorbeeld in de media te laten zien dat bepaald gedrag wordt afgekeurd, betoogt Cillessen. "Daarnaast hoop je dat er in de eigen sociale netwerken van die jongeren mensen zitten die zeggen: dit gedrag is niet oké. De negatieve invloed kan dus ook worden gedraaid naar een positieve invloed."

Zie ook: 'Pedojagen verkeerd signaal naar slachtoffers van seksueel misbruik'

Ook bewuste beïnvloeding door te laten zien dat positief gedrag ook voorbeeldgedrag kan zijn, is volgens Cillessen daarbij een mogelijkheid. "Dat je ook aanzien kunt verwerven door positieve dingen te doen. Dat het niet alleen draait om grensoverschrijdend gedrag."

Moeilijk is dat wel, ziet Cillessen. "Negatieve dingen krijgen nu eenmaal meer aandacht. Ook in ons dagelijks leven is dat zo. We gaan op een positieve manier door het leven, maar op het moment dat we iets afwijkends doen, valt dat op. We moeten dus echt ons best doen en ons inzetten om aandacht te geven aan de positieve dingen die onder jongeren spelen." Als mogelijkheid daarvoor noemt Cillessen interventieprogramma's op scholen om positief rolgedrag neer te zetten.

"Maar de samenleving, waaronder politie, politiek, de burgemeester of anderen met een maatschappelijke verantwoordelijkheid, moet ook laten zien dat wij het negatieve gedrag afkeuren."

Waarom zijn het juist jongeren voor wie dit soort gedrag aantrekkelijk lijkt?
"Tijdens ons hele leven zijn relaties met leeftijdsgenoten van belang", legt Cillessen uit. "Dat begint al als je vier jaar bent en naar de basisschool gaat, tot aan de ouderdom toe. Toch is de adolescentie een piek in het belang van hoe leeftijdgenoten over jou denken, omdat het een leeftijd is waarin ouders minder belangrijk worden."

"Daar komt bij dat gedragsmogelijkheden rond die leeftijd enorm toenemen: je lichaam groeit en je wordt sterker. Terwijl het vermogen tot reflectie op dat gedrag nog een beetje achterloopt", vervolgt Cillessen. Dat heeft volgens hem onder meer te maken met de ontwikkeling van de hersenen. "De actie loopt voor op de reflectie. Daarom vertonen adolescenten vaak gedrag waarvan je achteraf denkt: dat was eigenlijk niet zo slim."

"Vergelijk het met een Ferrari waarvan de remmen ontbreken", vat Cillessen de situatie samen. "Je kunt heel veel, maar de rem zit er nog niet op."

Wat maakt specifiek pedojagen zo aantrekkelijk voor jongeren?
"Het is spannend. Het heeft met agressie te maken: het doel is om iemand in elkaar te slaan. Geweld speelt dus een rol", ziet Cillessen. "Je weet dat het eigenlijk niet oké is en je andere dingen moet doen als je het ergens niet mee eens bent." Het zal in die combinatie van factoren liggen, stelt Cillessen.

Hoe kijkt u aan tegen de lagere strafeisen voor de verdachten in deze zaak, vanwege hun jonge leeftijd?
"Aan de ene kant is er iets heel ernstigs gebeurd", ziet Cillessen. "De vraag is in hoeverre je jongeren gedrag aan moet rekenen op een leeftijd waarin ze daar nog geen volwassen, kritische reflectie op hebben."

"Deze mensen dragen natuurlijk wel hun hele leven het bewustzijn bij zich dat zij er de oorzaak van zijn dat er iemand is overleden. Dat is een behoorlijke belasting."

Ook moet je nadenken over de kans dat iemand opnieuw de fout ingaat, vindt Cillessen. "Als je iemand langer buiten de samenleving houdt en jongeren uitsluit van kansen op opleiding en andere ontwikkeling: wat gaat die persoon dan na vijf of tien jaar doen?", vraagt hij zich af. "Wat ga je dán doen om een inkomen te verdienen? Je mogelijkheden nemen dan ook af."

"De fase van jongvolwassenheid is heel belangrijk voor je sociale ontwikkeling of je loopbaan. De meeste mensen gaan naar de middelbare school en vervolgens een vervolgopleiding doen. Er worden relaties gevormd. Een substantiële onderbreking van die periode heeft natuurlijk een effect op de rest van je leven." Dat geldt volgens Cillessen niet alleen voor een gevangenisstraf, maar bijvoorbeeld ook voor kinderen die uit oorlogssituaties komen.

Je zou er volgens hem dus alles aan moeten doen te voorkomen dat jongeren die cruciale fase van hun leven in de cel doorbrengen, erkent Cillessen. "Maar dat is natuurlijk geen excuus om lage straffen te geven", schetst hij het dilemma.

"De moeilijke vraag aan de rechters en politiek is dus: waar leg je die balans?", besluit Cillessen, die ook ziet dat de nabestaanden van Jan te maken hebben met een overleden opa en vader.

Zie ook: Pedojagen levert volgens politie zelden iets op: 'Bewijs vaak flinterdun'